dBvision nieuwsbrief 2025-2026
Wat zijn de kosten van het geluidbeleid in Nederland?

Wat zijn de kosten van het geluidbeleid in Nederland?

Wanneer we het hebben over “de kosten van geluidsbeleid”, denken we in onze sector al snel aan de kosten van geluidschermen, gevelisolatie, stille wegdekken en stille banden. Maar dat zijn alleen de kosten van geluidsmaatregelen. In werkelijkheid zijn er veel meer soorten uitgaven die met geluidsbeleid samenhangen. Het ministerie van IenW wilde graag weten welke dat zijn en of het mogelijk is te bepalen hoeveel er in totaal in Nederland aan wordt uitgegeven. Wij hebben dat onderzocht en zetten de verschillende soorten kosten hieronder op een rij.

In brede zin richt het Nederlandse geluidsbeleid zich op drie sporen: het verminderen van geluid bij de bron (bronbeleid), het tegengaan van de effecten van toenemend verkeer (preventie), en het terugdringen van geluid bij de hoogstbelaste woningen (sanering). De uitvoering van dat beleid brengt vanzelfsprekend kosten met zich mee, zoals die voor maatregelen die geluid verminderen. Soms zit het verschil echter in vervolgkosten: zo is een stil wegdek niet duurder in aanleg dan een standaard wegdek, maar de onderhouds- en vervangingskosten zijn over de levensduur hoger.

Daarnaast bestaat de totale investering voor nieuwe maatregelen vaak slechts ten dele uit product- en uitvoeringskosten. Het voortraject en de randvoorwaarden brengen meestal veel extra kosten met zich mee: zoals advieswerk, procedures, ontwerp en inpassing, grondverwerving, bouwveiligheid, leges en het verleggen van kabels en leidingen.

We moeten ook niet vergeten dat de verschillende overheden (het Rijk, provincies, gemeenten) ook geluidgerelateerde uitgaven hebben die zich niet rechtstreeks vertalen naar concrete maatregelen: beleid moet worden ontwikkeld en uitgevoerd. Daarvoor zijn vakmensen nodig. Er zijn ook wettelijke monitoringstaken. Soms worden publiekscampagnes gestart om gedrag of keuzen te beïnvloeden, of er wordt gelobbyd in Brussel voor strengere geluidtypekeuringsnormen. Ook dat kost geld dat de leefomgeving ten goede komt.

Wie wil weten wat iets heeft gekost, vraagt het kassabonnetje op. Dat is hier niet eenvoudig: er staat namelijk niet altijd 'geluid' op de kassabon. En dus staat het ook niet onder die noemer in de administratiesystemen. Bovendien zijn er voor heel Nederland bijna 400 afzonderlijke entiteiten aan wie deze informatie moet worden gevraagd: gemeenten, provincies, ministerie, waterschappen. Zij voeren het geluidsbeleid uit en betalen de rekeningen. Ze rubriceren en administreren de uitgaven elk op eigen wijze. Ze hebben dan ook een eigen verantwoordelijkheid voor de besteding van hun inkomsten aan de hun toevertrouwde taken. Het is dus niet zo dat het ministerie de rekening van een geluidscherm krijgt dat een gemeente bij een nieuwe woonwijk heeft laten bouwen. En dan hebben we het nog niet over de projectontwikkelaars en vergunningplichte bedrijven die ook kosten voor geluidsmaatregelen maken. Of van mensen die de banden van hun auto laten vervangen door stille banden.

Kortom: het is ingewikkeld om het totale kostenplaatje van geluidsbeleid voor heel Nederland volledig in beeld te krijgen. Wel is het mogelijk om de totale kosten met enige inspanning redelijk nauwkeurig te schatten. Wij hebben onderzocht welke methodes daarvoor beschikbaar zijn. Daarover volgend jaar meer.

IenW Geluid